Tweestammige Germaanse naam met ongeveer de betekenis 'machtig door adel' of 'edele heerser'; uit Adel- 'adel' (zie adel-) en -rik, -rijk 'heerser' (zie -rik). Het is een oude naam: Athalaricus, een Oostgotenvorst uit de 6e eeuw; plaatsnaam Erlecom uit Adelrichheim (800); Aldric O.-Betuwe 828. Vgl. ook Aderik, Alarik en Jelrik. Adalrich (vleivormen Attich en Ethicho), vader van de heilige Odilia, was omstreeks 660-680 hertog van de Elzas.
De voornaam 'Aaldrik' is een verwijzing naar 'Adelrik'.
De voornaam 'Aaldrik' is een jongens-/mannennaam.